d  e      t  w  a  a  l  f  d  e      s  t  a  p  

... misschien gaat dit over ... dienstbaarheid

Bij het geestelijk ontwaken als gevolg van deze stappen hebben wij getracht deze boodschap aan alcoholisten door te geven en deze beginselen bij al ons doen en laten toe te passen. Het thema van de Twaalfde Stap heet 'levensvreugde' en het sleutelwoord 'actie'.
Hier treden wij uit eigen beweging naar onze vrienden alcoholisten die nog in de miserie zitten. Wij ervaren hier het geven zonder iets terug te verlangen. Wij beginnen de twaalf stappen van ons programma in ons dagelijks leven toe te passen opdat wijzelf, en anderen rondom ons, een nuchterheid in gevoelens zouden verwerven. Bekijken wij de Twaalfde Stap in zijn volle betekenis, dan merken we dat het hier werkelijk gaat om liefde, liefde waar geen prijskaartje meer bijstaat.
De Twaalfde Stap zegt ook dat wij, als resultaat van de andere stappen, iets gevonden hebben, dat wij een geestelijk ontwaken zouden kunnen noemen. Een nieuweling in AA staat daar eerder sceptisch tegenover. "Wat bedoelt gij met 'geestelijk' ontwaken?" vraagt hij.
Er zijn misschien evenveel definities van deze term als er mensen bestaan die dit geestelijk ontwaken hebben meegemaakt. Elk geestelijk ontwaken dat waarachtig is, heeft echter iets gemeen met de andere. En wat zij gemeen hebben is niet zo moeilijk om te verstaan.
Beleeft iemand een geestelijk ontwaken, dan betekent dit vooral, dat het hem nu mogelijk is daden te stellen, gevoelens te koesteren en te geloven, zoals hij nooit alleen zou gekund hebben. De gave, die hij ontvangen heeft, vernieuwt zijn wezen en zijn bewustzijn. Hij werd op een pad geplaatst en dit keer weet hij, dat die weg werkelijk ergens naar toe leidt; dat het leven geen doodlopend slop is, niet iets dat moet gedragen of overwonnen worden. 
Hij is in de werkelijke zin van het woord veranderd omdat hij een krachtbron heeft aangeboord, die hij tot dusver steeds op de ene of andere manier verloochend had.
Hij komt tot de bevinding, dat hij nog een graad van eerlijkheid, verdraagzaamheid, onbaatzuchtigheid en geestesvrede bezit, waar hij zich niet meer toe bekwaam achtte. Wat hij kreeg werd hem vrij geschonken en gewoonlijk heeft hij zichzelf, tenminste voor een klein deel, klaargemaakt om het te ontvangen.
De manier, waarop AA ons klaarmaakt om deze gave te ontvangen is vervat in de twaalf stappen van ons programma. Laat ons bijgevolg eens in het kort overlopen wat wij op dat punt reeds probeerden te doen.
De Eerste Stap toonde ons een verbazende paradox: wij moesten tot de bevinding komen, dat wij volledig onbekwaam waren om ons van de obsessie naar alcohol te bevrijden, totdat wij wilden toegeven dat wij er machteloos tegenover stonden.
De Tweede Stap leerde ons, dat wij onszelf niet tot herstel konden brengen en dat er bijgevolg een Hogere Macht bij te pas moest komen, wilden wij overleven.
Dientengevolge gaven wij in de Derde Stap onze wil en ons leven over aan de hoede van God, zoals ieder van ons Hem zag. Wij, die ongelovig of atheïst waren, ontdekten dat onze eigen groep, of AA in zijn geheel, voorlopig als Hogere Macht voldeed.
Met de Vierde Stap begonnen wij onszelf te onderzoeken om die zaken te ontdekken die ons tot een lichamelijk, moreel en geestelijk bankroet hadden gevoerd. Wij maakten een grondige en moedige inventaris.
Toen wij de Vijfde Stap bekeken, kwamen wij tot het besluit dat een inventaris, die wij alleen hadden opgemaakt, niet voldoende was. Wij wisten, dat wij het dodelijk spelletje van alleen te leven met onze conflicten moesten opgeven om ze in alle eerlijkheid aan God en aan een ander mens te bekennen.
Bij de Zesde Stap steigerden velen van ons, om de eenvoudige reden, dat wij niet van al onze karakterfouten wilden verlost worden, omdat wij van sommige nog teveel hielden. Toch voelden wij dat wij iets moesten doen met het basisprincipe van de Zesde Stap. Daarom besloten wij - hoewel wij van sommige karakterfouten nog geen afstand konden doen - ons er niet meer zo koppig en opstandig aan vast te klampen. Wij zegden: "Ik kan dit vandaag misschien nog niet doen, maar ik kan wel ophouden met 'Nee nooit' te schreeuwen".
Dan, in de Zevende Stap, vroegen wij God nederig onze tekortkomingen weg te nemen; zoals Hij dat kon en wilde, rekening gehouden met de omstandigheden van het ogenblik waarop wij Hem dit vroegen.
Met de Achtste Stap zetten wij onze grote schoonmaak verder, want wij zagen in dat wij niet alleen met onszelf in conflict lagen, maar ook met mensen en situaties van de wereld waarin wij leefden. Wij moesten met onszelf in vrede beginnen te leven; dus maakten wij een lijst op van mensen die wij gekwetst hadden en wij werden bereid alles goed te maken.
Dat deden wij daarna in de Negende Stap bij al deze mensen, behalve wanneer dit onszelf en anderen zou kwetsen.
Toen waren wij aan de Tiende Stap gekomen. Wij kregen stilaan een basis voor een normaal leven-van-elke-dag. Wij zagen in dat wij regelmatig een persoonlijke inventaris zouden moeten blijven opmaken en wanneer wij ongelijk hadden, dat dadelijk zouden moeten bekennen.
In de Elfde Stap leerden wij dat, indien een Hogere Macht ons had gestabiliseerd en ons wat geestesvrede had geschonken in een verwarde wereld, het zeker de moeite loonde om die Hogere Macht wat beter te leren kennen, in een zo rechtstreeks mogelijk contact. Wij ondervonden dat de weg daartoe gebaand werd door volhardend gebruik te maken van gebed en meditatie. Waar eerst een schuchter straaltje opwelde, stroomde nu een brede rivier, die leidde naar de sterke Macht en de veilige leiding van God, zodat wij Hem meer en meer konden begrijpen.
Toen wij deze stappen in praktijk brachten, kenden wij een geestelijk ontwaken waarover tenslotte niet meer gediscussieerd werd. Wanneer wij keken naar de vrienden die nog maar juist begonnen en die nog twijfelden, konden wij de verandering zich stilaan zien voltrekken. Door de ondervinding, in tal van gevallen opgedaan, konden wij voorspellen, dat die twijfelaar, die beweerde het geestelijk aspect nog niet beet te hebben en zijn AA-groep nog steeds als zijn Hogere Macht beschouwde, van God zou gaan houden en Hem bij zijn Naam zou noemen.
Wat nu met de rest van de Twaalfde Stap? De wonderlijke energie, die deze stap opwekt en de enthousiaste actie, waardoor wij onze boodschap uitdragen naar de volgende alcoholist, en die de twaalf stappen al onze daden doet doordringen, is de schone realiteit van de Anonieme Alcoholisten.
Zelfs de nieuwste nieuweling krijgt een beloning, waarvan hij nooit had durven dromen, telkens wanneer hij een mede-alcoholist probeert te helpen, iemand die nog blinder is dan hijzelf. Het is inderdaad een manier van geven die niets terug verwacht. Hij verlangt niet van een lijdende broeder, dat deze hem terugbetaalt of zelfs maar goed vindt.
En toch ontdekt hij, dat door de wonderlijke paradox van deze manier van geven, hijzelf beloond wordt of zijn broeder er nu reeds iets van meegedragen heeft of niet.
Misschien vertoont zijn karakter nog veel gebreken, maar op de een of andere manier weet hij dat God hem in staat stelt een nieuwe en goede start te nemen en hij voelt dat hij op de grens staat van nieuwe mysteries, van nieuwe vreugden en van een nieuwe beleving waarvan hij nooit had durven dromen.
Praktisch iedere AA'er zal u vertellen dat hij geen grotere voldoening en geen diepere vreugde gekend heeft dan een goed volbrachte Twaalfde Stap. Het mogen ervaren dat mannen en vrouwen uit de duisternis naar het licht gaan; zien hoe hun leven spoedig een nieuw doel en een nieuwe betekenis krijgt, hoe de families terug herenigd worden, hoe de uitgestoten alcoholist terug in de gemeenschap wordt opgenomen als volwaardig burger, en, bovenal, in al die mensen het besef zien groeien dat er een liefhebbende God in hun leven is, dat alles maakt de kern uit van wat wijzelf ontvangen, wanneer wij de AA-boodschap aan een andere alcoholist brengen.
Dit is ook nog niet de enige manier om een Twaalfde Stap te doen. Wij zitten niet alleen in een AA-vergadering te luisteren om zelf iets te krijgen maar ook om de steun en de overtuigingskracht, die van onze aanwezigheid kan uitgaan. Is het onze beurt om te spreken, dan proberen wij weer de AA-boodschap uit te dragen. Of er nu veel mensen luisteren of slechts één, het blijft twaalfde stapwerk. Er zijn zoveel gelegenheden, zelfs voor diegenen onder ons die zich niet bekwaam voelen om op een vergadering het woord te voeren of die door hun positie weinig kans hebben om de boodschap van persoon tot persoon door te geven. Misschien kunnen zij dan de mensen zijn die de niet-opzienbarende maar belangrijke taak op zich nemen, het twaalfde stapwerk mogelijk te maken door bijvoorbeeld voor koffie en cake te zorgen na de vergadering, waar tijdens het gelach en gepraat zoveel skeptische en achterdochtige nieuwelingen vertrouwen en moed schepten.
Dat is de Twaalfde Stap in de volle betekenis van het woord. "Gij hebt zelf overvloedig gekregen, geef dus ook overvloedig" is de kern van dit deel van de Twaalfde Stap.
Wij zullen vaak teleurstellingen oplopen bij dit werk. Op dat ogenblik lijkt het alsof wij mislukken. Later zal blijken, dat het telkens een aanloop was naar betere dingen.
Wij kunnen ons bijvoorbeeld met hart en ziel geven om een bepaald persoon nuchter te krijgen en hem plots zien hervallen, nadat wij maandenlang alles voor hem gedaan hebben wat wij konden. Misschien gebeurt dat verschillende keren achter elkaar, zodat wij ontmoedigd worden en twijfelen of wij wel geschikt zijn om de AA-boodschap uit te dragen.
Wij kunnen ook in de tegenoverliggende situatie verzeilen en ons erg knap voelen omdat wij zoveel succes schijnen te boeken. Dan loert de bekoring om een beetje aanmatigend op te treden tegenover deze nieuwelingen. Wij geven hun raad in hun zaken en wij zijn ertoe niet bevoegd of wellicht mogen wij hem helemaal niet geven. Wanneer dat advies wordt verworpen, of het wordt aanvaard en is de oorzaak van nog meer verwarring, dan voelen wij ons gekwetst en overstuur. Dikwijls zijn wij zò in de weer voor ons twaalfde stapwerk en dragen wij de boodschap naar zoveel alcoholisten, dat zij ons een vertrouwenspost geven. Zij maken ons, laten we zeggen, chairman van de groep. Ook hier lopen wij het gevaar te willen regeren en dat mondt soms uit in terechtwijzingen en andere gevolgen die moeilijk te verteren zijn.
Na een tijdje wordt het ons echter duidelijk, dat dit alleen een groeicrisis is en dat er alleen maar goed kan uit voorkomen, wanneer wij meer en meer een antwoord gaan zoeken in het geheel van de twaalf stappen.
Nu rijst de grote vraag: "Hoe moet het nu met... 'deze beginselen in al ons doen en laten toepassen'?"
Kunnen wij evenveel houden van heel dat levenspatroon als van het kleine stukje dat wij ontdekken wanneer wij andere alcoholisten trachten te helpen om nuchter te worden? Kunnen wij dezelfde geest van liefde opbrengen voor ons (soms ontwricht) gezinsleven als voor onze AA-groep? Kunnen wij hetzelfde geloof en vertrouwen hebben in de mensen die door ons eigen ziek-zijn dikwijls zijn aangestoken en verminkt, als in onze sponsors in AA? Kunnen wij werkelijk de AA-geest in ons dagelijks werk toepassen? Kunnen wij onze herontdekte verantwoordelijkheid opnemen tegenover de wereld in het algemeen? Staan wij met een nieuwe geest en met een nieuwe godsvrucht tegenover de godsdienst, die wij hebben uitgekozen? Scheppen wij nieuwe levensvreugde in onze pogingen om aan dit alles te werken?
En dan... hoe zullen wij een schijnbare mislukking of een schijnbaar succes verwerken? Kunnen wij ze beide aanvaarden zonder wanhoop of zonder hoogmoed?
Kunnen wij armoede, ziekte, eenzaamheid, frustratie aanvaarden en ons eraan aanpassen met moed en sereniteit?
Wanneer ons geen schitterende wapenfeiten gegeven zijn, kunnen wij dan tevreden zijn met de miniemere (hoewel duurzame) voldoeningen?
Het antwoord van AA op al deze vragen luidt: "Inderdaad, dat kan allemaal gebeuren. Wij hebben eentonigheid, pijn en zelfs ellende ten goede zien keren bij hen, die geduldig de twaalf stappen verder trachten te beoefenen en indien dat voor de vele alcoholisten, die in AA hun herstel vonden, realiteiten zijn, dan kunnen zij dat ook worden voor de vele anderen."
Natuurlijk is het niet steeds een compleet succes, ook niet bij de beste AA'ers. Wij schieten vaak tekort, zonder daarom naar het eerste glas te grijpen. Onze moeilijkheden beginnen soms met een onverschilligheid. Wij zijn nuchter en gelukkig in ons AA-werk. Thuis en op het werk gaat alles opperbest. Vanzelfsprekend wensen wij onszelf geluk, wat later een al te gemakkelijke zienswijze blijkt te zijn.
Wij stoppen met groeien, want wij zijn tevreden dat wijzelf geen behoefte hebben aan al de twaalf stappen.
Met een paar van deze stappen schieten wij goed op. Misschien beoefenen wij er maar twee: de eerste en dat stuk van de twaalfde stap waar wij 'de boodschap uitdragen'. Mensen in dat gelukzalige stadium heten in AA-taal "tweestappers". En dat kunnen ze zo jaren volhouden.
Zelfs zij, die met de beste bedoelingen bezield zijn, kunnen zich door deze tweestaps-illuzie laten beetnemen. Vroeg of laat verdwijnt dat stadium, en alles wordt plots ontstellend vervelend. Wij gaan denken dat AA tenslotte toch niet geslaagd is. Wij raken verward en ontmoedigd.
Op dat ogenblik geeft het leven ons misschien, lijk dat wel eens meer gebeurt, een flinke brok te slikken die we niet kunnen verteren. Misschien missen wij een bevordering, waarvoor wij hard gewerkt hebben; of wij verliezen een goede baan. Er zijn huiselijke of romantische moeilijkheden.
Wat dan? Hebben wij, alcoholisten, dan in AA de kracht gevonden - of kunnen wij ze er vinden - om deze problemen die zovelen overkomen het hoofd te bieden? Dat waren de problemen van het leven waar wij nooit tegenop konden. Kunnen wij dat nu wel, met de hulp van God, zoals wij Hem zien? Kunnen wij, evengoed als onze vrienden niet-alcoholisten, deze tegenslagen omzetten in voordelen, in bronnen van groeikracht en rust voor ons en onze omgeving? Wij hebben zeker een kans, wanneer wij in plaats van twee, twaalf stappen aanvaarden en openstaan voor Gods genade, die ons steunt en sterkt in elke ramp.
De moeilijkheden zijn bij ons niet groter dan bij om het even wie. Doen zij een eerlijke poging om die principes in heel hun leven toe te passen, dan blijken goed-onderlegde AA'ers in staat te zijn, door de genade van God, die problemen te verwerken en zo te tonen, wat hun geloof waard is.
Wij hebben AA'ers gekend, die aan slepende en dodelijke ziektes leden en die haast nooit kloegen, en dikwijls opgewekt konden zijn. Wij hebben sommige families, die uiteengevallen waren door verkeerd begrijpen, door spanningen of door werkelijke ontrouw, terug verenigd gezien dankzij de levenswijze van AA.
Hoewel de meeste AA'ers goed hun brood verdienen, kennen wij toch enkele leden die er financieel nooit bovenop schijnen te raken; anderen die met zware geldelijke tegenslagen te kampen hebben. Meestal bieden zij met sterkte en geloof aan die moeilijkheden het hoofd.
Wij ondervonden dat wij, zoals de meeste mensen, die grote tegenslagen aankonden. Maar eveneens lijk de anderen ontdekten wij, dat er in de minder grote, voortdurende levensproblemen, dikwijls een grotere uitdaging schuilde. Ons antwoord daarop ligt in een steeds grotere geestelijke ontwikkeling. Alleen daardoor kunnen wij onze kansen op een werkelijk gelukkig en nuttig leven verhogen.
Indien wij zo geestelijk groeien, dan ondervinden wij al vlug, dat wij onze vroegere houding ten opzichte van onze driften drastisch zullen moeten herzien.
Onze drang naar emotionele zekerheid en weelde, naar persoonlijk prestige en macht, naar romantiek en voldoening in ons gezin, zal in al deze aspecten door ons moeten gematigd en opnieuw gericht worden. Wij leerden dat het voldoen van onze instincten niet het enige doel van ons leven kan zijn. Zetten wij ze op de eerste plaats, dan spannen wij de wagen voor het paard en wij zullen een lelijke desillusie oplopen. Zetten wij echter de geestelijke groei op de eerste plaats, dan - en dan alleen - hebben wij echt een kans.
Blijven wij groeien, nadat wij bij AA gekomen zijn, dan beginnen onze houding en onze daden in verband met die drang naar emotionele en financiële zekerheid, grondig te veranderen. Onze drang naar emotionele zekerheid, onze eigenzinnigheid, heeft onszelf steeds in een onmogelijke relatie tot andere personen geplaatst. Het resultaat was steeds hetzelfde, hoewel wij soms onbewust handelden.
Ofwel probeerden wij voor God te spelen en de mensen rondom ons te domineren, ofwel legden wij het zo aan boord, dat wij volledig van hen afhankelijk waren, en dan liefst nog op een overdreven manier. Lieten de mensen ons een tijdje de leiding over hun leven nemen, dan voelden wij ons gelukkig en veilig. Werden zij dan tenslotte weerspannig of liepen zij van ons weg, dan waren wij bitter teleurgesteld en diep gekwetst. Wij laakten hen maar zagen niet in, dat onze onredelijke eisen de eigenlijke oorzaak waren.
Wij konden, zoals kinderen, ook in het tegenovergestelde euvel vervallen en erop aandringen, dat de mensen ons zouden beschermen en voor ons zorgen; dat de wereld verplicht was ons een normaal leven te verschaffen. Het resultaat was dan al even ongelukkig. De mensen, waar wij het meest van hielden, namen een afwijzende houding aan, ze lieten ons links liggen of lieten ons gewoon in de steek. Onze desillusie was groot. Wij konden ons niet voorstellen dat men ons dat kon aandoen. Wij zagen niet in dat wij, hoewel wij in jaren reeds volwassen waren, ons nog steeds kinderachtig gedroegen, en probeerden iedereen, zowel vrienden als vrouwen en echtgenoten, en zelfs de wereld in het algemeen, tot beschermende ouders te maken. Wij weigerden de harde les te leren, dat teveel op mensen steunen nooit iets uithaalt omdat alle mensen al eens kunnen mis zijn en dat zelfs de besten ons soms in de steek zullen laten, zeker wanneer ons verlangen naar aandacht onredelijk wordt.
Toen wij enige geestelijke vooruitgang gemaakt hadden, zagen wij het verkeerde van deze redenering in. Het werd ons duidelijk dat, indien wij ons tussen volwassen mensen emotioneel veilig wilden voelen, wij ons leven moesten inrichten op basis van geven en nemen. Wij moesten in ons de zin voor partnership en broederschap met onze omgeving ontwikkelen. Wij zagen in dat wij onszelf voortdurend zouden moeten wegschenken zonder er iets voor in de plaats te verlangen. Toen wij dat volhielden ondervonden we dat de mensen zich langzamerhand tot ons aangetrokken voelden, zoals nooit tevoren. Zelfs wanneer dit niet het geval was konden wij begrip tonen en voelden wij ons niet meer zo hard gekwetst.
Naarmate wij vorderden, ontdekten wij dat de beste bron voor emotionele stabiliteit God zelf bleek te zijn. Wij ontdekten dat steunen op Zijn volledige rechtvaardigheid, op Zijn vergiffenis en op Zijn liefde goed was. Waar verder niets meer baatte, hielp dit.
Wanneer wijzelf echt op God steunden, konden wij moeilijk voor God spelen tegenover onze vrienden. Evenmin voelden wij de noodzaak om volledig op de bescherming of de zorgen van andere mensen te vertrouwen. Dit waren de nieuwe houdingen die voor velen van ons innerlijke sterkte en vrede brachten en die niet meer zo diep zouden geschokt worden door de tekorten van de anderen of door de miserie die wij onszelf niet hadden aangedaan.
Dat nieuw verworven standpunt was voor ons, alcoholisten, bepaald noodzakelijk. Want ons alcoholisme was steeds een te eenzame zaak geweest, zelfs indien wij omringd waren door mensen die van ons hielden. Toen onze eigenzinnigheid echter iedereen had verjaagd en wij helemaal alleen stonden, reageerden wij met de grote meneer te gaan uithangen in goedkope cafés. Later stonden wij op straat, alleen.
Toch bleven wij zoeken naar emotionele zekerheid en nog steeds door anderen te domineren of zelf gedomineerd te worden. Zelfs indien wij niet alles verloren hadden, stonden wij toch alleen in de wereld en trachtten nog steeds tevergeefs onszelf te beveiligen door een of andere ongezonde manier van domineren of afhankelijk zijn. Voor diegenen onder ons die hiermee te kampen hadden, heeft AA een zeer speciale betekenis. Wij leerden er op de juiste manier met mensen om te gaan die ons begrepen. Wij hoefden nooit meer alleen te zijn.
De meeste gehuwde AA'ers hebben een gelukkig gezin. AA is er in geslaagd de schade, die de familie door de jaren drinken opliep, in een verbazingwekkende mate te compenseren. Juist lijk elke andere gemeenschap hebben wij ook problemen op seksueel en familiaal gebied en soms stellen die moeilijkheden zich zeer scherp. Blijvende scheiding valt echter slechts uitzonderlijk voor. Ons grootste probleem is niet hoe wij het aan boord moeten leggen om getrouwd te blijven, maar wel hoe wij meer geluk in ons gezin kunnen brengen door het uitschakelen van de felle emotionele ups en downs, die zo dikwijls het gevolg zijn van het alcoholisme.
Praktisch elk gezond mens ondervindt op een bepaald ogenblik in zijn leven scherp de behoefte om een gezel te vinden van het andere geslacht, met wie men tot de volledigst mogelijke eenheid kan komen - geestelijk, mentaal, emotioneel en fysisch. Deze machtige drang is de bron van de grootste menselijke verwezenlijkingen, een scheppende energie, die ons leven sterk beïnvloedt. God maakt ons zo. Vandaar de vraag: "Hoe komt het dat wij, door onwetendheid, dwang en eigenzinnigheid, die gave misbruiken tot onze eigen vernietiging?" Wij, AA'ers kunnen moeilijk beweren dat wij een volledig antwoord hebben op deze verwarring, die al eeuwen oud is. Onze eigen ondervinding verschafte ons enkele antwoorden, die ons geholpen hebben.
Slaat het alcoholisme ergens toe, dan kunnen er zeer tegennatuurlijk toestanden ontstaan die partnership in het huwelijk en de bestaande eenheid aantast. Is het de man die ziek is, dan moet de vrouw optreden als hoofd van het gezin. Worden de zaken erger dan wordt de echtgenoot een ziek en onbetrouwbaar kind, dat men in het oog moet houden en steeds weer bevrijden uit eindeloze moeilijkheden en straatjes zonder einde. Geleidelijk aan, en meestal onbewust, wordt de vrouw gedwongen om moeder te spelen over een onevenwichtige jongen. Wanneer zijn nu in het begin reeds een sterk bemoederend karakter had, dan wordt dit nog erger. Het spreekt vanzelf dat er in die omstandigheden van een echt partnership weinig in huis kan komen.
De vrouw zal meestal voortgaan met te doen wat zij best acht. Haar alcoholistische echtgenoot van zijn kant haat en hoedt anderzijds van haar moederlijke zorg. Daarmee wordt een patroon geschapen en het zal later heel wat tijd vergen om dat weer ongedaan te maken. Ondanks dat worden deze toestanden, onder invloed van AA's twaalf stappen vaak rechtgezet.
Is de ontwrichting echter groot geweest, dan zal misschien een lange periode van volhardend vechten nodig blijken. Het is goed mogelijk dat, nadat de man bij AA gekomen is, zijn vrouw heel ontevreden is en zelfs wrok koestert omdat AA bereikt heeft wat zij, ondanks haar vele jaren van toewijding, niet heeft kunnen doen. Haar echtgenoot kan zo opgaan in AA en in zijn nieuwe vrienden dat hij nog meer van huis is dan vroeger, toen hij dronk. Wanneer hij ziet hoe ongelukkig zij is, dan raadt hij haar misschien de Twaalf Stappen aan en probeert haar te leren hoe te leven.
Vanzelfsprekend heeft zij het er in de voorbije jaren heel wat beter afgebracht dan hij, zodat haar gemoed in opstand komt. Zij verwijten mekaar en vragen zich af wanneer zij eindelijk opnieuw een gelukkig huwelijk zullen kennen. Misschien beginnen zij er wel aan te twijfelen of het vroeger ooit gelukkig geweest is.
Hun samen-leven kan natuurlijk zo ontstellend geleden hebben dat een scheiding noodzakelijk is. Maar dat zijn uitzonderingen. De alcoholist, die er zich van bewust wordt wat zijn vrouw allemaal heeft moeten doorstaan, en die nu tenvolle begrijpt hoe hij haar en de kinderen heeft benadeeld, zal bijna altijd de verantwoordelijkheid voor zijn gezin opnieuw opnemen. Hij is bereid om goed te maken wat hij kan veranderen en te aanvaarden wat hij niet meer kan veranderen. Hij probeert geduldig alle twaalf stappen in zijn gezinsleven toe te passen, dikwijls met een schitterend resultaat. Hij begint zich thuis vastberaden, maar liefdevol, te gedragen. Zoals een partner in plaats van zoals een stoute jongen. Bovenal is hij tenslotte ervan overtuigd dat roekeloze romantiek in zijn leven niet past.Er zijn veel alleenstaande alcoholisten in AA, die zouden willen trouwen en in de mogelijkheid zijn om dat te doen. Sommigen huwen met iemand van AA. Hoe loopt dat af?
Over het algemeen zijn dit zeer goede huwelijken. Het lijden dat zij tijdens hun drinkersperiode beiden gekend hebben, hun gemeenschappelijke interesse in AA en in spirituele zaken verhoogd nog meer de eenheid.
Het is alleen daar, waar een jongen in AA een meisje ontmoet en we van liefde op het eerste gezicht kunnen spreken, dat er zich moeilijkheden kunnen voordoen. De toekomstige partners moeten soliede AA'ers zijn en mekaar lang genoeg kennen om te weten of hun samenhorigheid op spiritueel, mentaal en emotioneel gebied een feit is en niet zomaar een verlangen.
Ze moeten zo zeker zijn als maar mogelijk is, dat bij geen van beiden een diep-vastzitende emotionele handicap later het hoofd zal opsteken om hen te hinderen.
Deze beschouwingen zijn eveneens waar en uiterst belangrijk voor de AA'ers die met iemand van buiten AA trouwen. Met een klaar begrip en een juiste, volwassen houding, komt men tot zeer gelukkige resultaten.
En wat kan men nu zeggen voor de vele AA-leden die, om allerlei redenen, geen gezinsleven kunnen hebben? Aanvankelijk voelden velen van hen zich eenzaam, gekwetst en uitgesloten van het huwelijksgeluk dat zij rondom zich zien. Kan AA hun iets in de plaats geven, wanneer dergelijk geluk niet voor hen is weggelegd? Iets dat van een gelijke warde is en duurzaam? Ja, wanneer zij daar echt willen naar zoeken. Deze zogenaamde 'loners' vertellen ons dat zij zich niet meer alleen voelen omdat zij omringd zijn door zoveel AA-vrienden.
Samen met andere mannen en vrouwen kunnen zij zich inzetten voor een onderneming, waaraan geen gehuwde mannen of vrouwen kunnen meewerken. Dagelijks zien wij zulke leden onschatbare diensten bewijzen en er een grote vreugde voor in de plaats krijgen.
Ook waar het om geld en materiële zaken gaat, is ons inzicht op een revolutionaire wijze veranderd. Op enkele uitzonderingen na, waren wij allemaal verkwisters. Wij smeten ons geld langs deuren en ramen om onze eigenliefde te strelen en indruk te maken op andere mensen. Toen wij dronken, leefden wij net of onze geldvoorraad onuitputtelijk was, hoewel wij tussen twee rolpartijen door wel eens naar het andere uiterste oversloegen en dan een cent in twee zouden bijten. Zonder dat wij er ons van bewust waren, vergaarden wij toen echter alleen maar fondsen voor de volgende fuif. Geld was het symbool van plezier en eigen-belangrijkheid. Toen ons drinken erger was geworden, was geld alleen nog iets dat wij dringend nodig hadden om ons van een volgend glas te voorzien met het daaruit voortspruitende tijdelijk gevoel van vergetelheid.
Toen wij in AA belandden, kwam hierin een drastische ommekeer die ons dikwijls in het andere uiterste deed vervallen. De gedachte aan die jarenlange verkwisting bracht ons in paniek. Wij zouden gewoon geen tijd genoeg meer hebben, dachten we, om ons fortuin terug op te bouwen. Hoe zouden wij uit die akelige schulden geraken, een deftig huis bezitten, onze kinderen kunnen opvoeden en iets opzij houden voor onze oude dag? Nu wensten wij geen grote meneer meer te zijn maar wij riepen om materiële zekerheid. Zelfs toen wij opnieuw goed in zaken waren, bleven deze panische angsten ons dikwijls achtervolgen. Daardoor werden wij opnieuw gierigaards en duitenklievers. Wij moesten volledige financiële zekerheid hebben, of anders... Wat wij vergaten is dat de meeste alcoholisten in AA, in staat zijn om meer te verdienen dan het gewone gemiddelde. Wij vergaten de enorme goede wil van onze broeders in AA die ons maar al te graag aan betere banen wilden helpen indien wij dat verdienden. Ook dachten wij er niet aan dat praktisch geen enkel mens ter wereld financieel écht onder dak is. Het ergst van al was nog dat wij God vergaten. Als het op geld aankwam hadden wij alleen betrouwen in onszelf en dan nog niet zo heel veel.
Dit alles betekende natuurlijk dat wij nog lang niet tot rust waren gekomen. Zolang wij een betrekking uitsluitend bleven zien als een middel om geld te verdienen, in plaats van als een gelegenheid om dienst te bewijzen; zolang geld vergaren om financieel onafhankelijk te zijn belangrijker leek dan eerlijk op God te steunen, waren wij nog steeds slachtoffers van die onredelijke angsten. Die angsten maakten elk nuttig en sereen leven onmogelijk, of men nu arm of rijk was.
Naarmate de tijd vorderde merkten wij echter dat wij die angsten konden kwijt raken, welke ook onze materiële vooruitzichten waren. Heel gewoon werk konden wij met de glimlach doen zonder ons zorgen te maken om morgen.
Waren de omstandigheden gunstig gestemd, dan hadden wij niet langer schrik dat het slechter zou worden. Wij hadden immers geleerd dat deze moeilijkheden in waarden konden omgezet worden. Hoe we er financieel voorstonden had weinig belang. Het was wel belangrijk hoe onze geestelijke conditie was. Stilaan werd het geld onze dienaar in plaats van onze meester. Het werd een middel om liefde en diensten uit te wisselen met de mensen rondom ons. Wanneer wij, met Gods hulp, kalm ons lot aanvaardden, dan merkten wij dat wij in vrede konden leven met onszelf en dat wij aan anderen, die onder dezelfde angst gebukt gingen, konden tonen dat zij er ook overheen konden raken.
Wij leerden dat geen angst meer te hebben, belangrijker was dan arm of rijk te zijn.
Laat ons hier even wijzen op onze nieuwe visie in verband met problemen zoals persoonlijke belangrijkheid, macht, ambitie en leiderschap. Dit waren klippen waarop velen van ons in hun drinkersperiode gestrand zijn.
Bijna elke jongen in de V.S. droomt ervan om president te worden. Hij wil de eerste man van het land zijn. Wordt hij ouder en ziet hij in dat dit onmogelijk is, dan kan hij goedmoedig lachen met die kinderdroom. In het latere leven ondervindt hij dat het echte geluk niet ligt in enkel maar proberen een eersterangspersoon te zijn of zelfs een eersteklasser in de hartverscheurende strijd voor geld, romantiek of eigen belangrijkheid. Hij leert dat hij tevreden kan zijn met goed te volbrengen wat het leven hem toedeelt. Hij is nog ambitieus maar niet meer zo absurd als vroeger, omdat hij nu de werkelijkheid ziet en aanvaardt. Hij wil nu maat houden.
Zo gaat het echter niet met alcoholisten. Toen AA nog tamelijk jong was, maakten een aantal eminente psychologen een diepgaande studie van een betrekkelijk grote groep zogenaamde probleemdrinkers. De dokters trachtten niet uit te vissen hoe verschillend wij wel waren, maar wel welke persoonlijke trekken deze alcoholisten gemeen hadden. Tenslotte kwamen zij tot een conclusie die vele AA-leden in die tijd een schok gaf. Deze vooraanstaande mensen hadden namelijk de lef te beweren dat de meeste alcoholisten die zij onderzocht hadden, nog steeds kinderachtig waren: emotioneel, overgevoelig en grandioos.
Wat hebben wij ons toen beledigd gevoeld door dat vonnis. Wij wilden niet geloven dat onze volwassen dromen inderdaad soms echt kinderachtig waren. Dachten wij aan de harde noten die het leven ons te kraken had gegeven, dan vonden wij het volledig normaal dat wij zo gevoelig waren. Voor wat onze neiging aangaat om de man te willen zijn, legden wij er de nadruk op dat wij alleen maar bezeten waren door rechtmatige en hoge ambitie om de strijd van het leven te winnen.
In de loop van de daaropvolgende jaren, gaven de meesten van ons de dokters gelijk. Wij hadden een scherpere kijk gekregen op onszelf en op de mensen rondom ons. Wij merkten dat wij gedreven werden door onredelijke angsten en zorgen om van het leven één streven te maken naar faam, geld en naar wat wij onder leiderschap verstonden. Zo werd valse trots de keerzijde van die trieste medaille, de angst. Wij moesten wel nummer één zijn om ons verborgen minderwaardigheidsgevoel te bedekken.
In wisselende successen verlangden wij nog meer roem. Bij tegenslag werden wij verbitterd. Konden wij slechts heel weinig succes boeken, dan werden wij neerslachtig en geslagen. De mensen zegden dan dat wij van het minderwaardige type waren. Nu zien wij onszelf als uit hetzelfde hout gesneden. Diep in ons hart hebben wij allemaal abnormaal veel angst gekend. Het had weinig belang of wij ons aan de kant van het leven, hadden zitten in de vergetelheid drinken, of dat wij er ons roekeloos boven onze mogelijkheden hadden ingestort. Het resultaat was hetzelfde. Ieder van ons was bijna verdronken in een zee van alcohol.
Vandaag zijn deze ontwrichte drijfveren tot hun werkelijke verhoudingen teruggebracht. Wij proberen niet langer onze omgeving te domineren of te beheersen om zelf belangrijker te schijnen. Wij zoeken niet langer naar eer en roem om geprezen te worden. Wanneer wij nu door onze toegewijde dienst aan ons gezin, aan vrienden, zakenrelaties of aan de gemeenschap, veel genegenheid ondervinden en soms uitgekozen worden om een vertrouwenspost te bekleden of een verantwoordelijke taak op te nemen, trachten wij nederig dankbaar te zijn en onszelf nog meer in te spannen in een geest van liefde en dienstvaardigheid. Wij menen dat echt leiderschap steunt op een voorbeeldige bekwaamheid en niet op een ijdel vertoon van macht en glorie.
Nog veel wonderlijker is het gevoel dat wij niet boven onze vrienden moeten uitsteken om ons nuttig en diep gelukkig te voelen. Weinigen van ons kunnen vooraanstaande leiders zijn in het leven en wij wensen dat ook niet. Een graag bewezen dienst; loyaal nagekomen verplichtingen; gelijkmoedig aanvaarden of met Gods hulp, opgeloste moeilijkheden; weten dat wij thuis, of in de wereld daarbuiten, partners zijn in een gemeenschappelijke inspanning; een klaar begrip van het feit dat in Gods ogen alle mensen belangrijk zijn; een bewijs dat vrij geschonken liefde ten volle loont; de zekerheid dat wij niet langer afgezonderd leven; alleen in een zelfgebouwde gevangenis; de zekerheid ook dat wij niet langer de hond in het kegelspel zijn maar dat wij kunnen passen in Gods schema van de dingen en dat wij er kunnen thuishoren. Dit zijn de blijvende en gewettigde voldoeningen van een goed leven, die door geen praal en pracht noch door een hoop materiële voordelen kunnen vervangen worden. Een echt ideaal is niet dat wat wij vroeger dachten, maar wel het diep verlangen om een nuttig leven te leiden en nederig te wandelen onder de genade van God.
Wij gaan nu deze kleine beschouwing over de Twaalf Stappen besluiten. Wij raakten zoveel problemen aan dat het zou kunnen lijken of AA hoofdzakelijk bestaat uit pijnlijke dilemma's en het oplossen van moeilijkheden.
Dat is in zekere mate waar. Wij spraken over problemen omdat wij probleemmensen zijn die een uitweg en een weg omhoog gevonden hebben en die die wetenschap willen delen met ieder die ze kan gebruiken. Want het is alleen door onze problemen te aanvaarden en ze op te lossen dat wij met onszelf, met de wereld rondom ons en met Hem die over alles heerst in het reine kunnen komen.
Begrip is de sleutel voor de juiste principes en een juiste houding. Goed handelen is de sleutel voor een goed leven. Daarom is de vreugde van goed te leven het thema van de Twaalfde Stap van AA. Moge ieder van ons, met elke dag van zijn leven, meer en meer ingaan op de diepere betekenis van AA's eenvoudig gebed:
God, geef me kalmte om te aanvaarden wat ik niet kan veranderen, Moed om te veranderen wat ik kan veranderen en Wijsheid om tussen deze twee onderscheid te maken.