d  e      v  i  j  d  e      s  t  a  p

... misschien gaat dit over ... integriteit

Elk van de Twaalf Stappen van AA vraagt ons onze natuurlijke driften in toom te houden... zij doorprikken ons ego. Wat dat laatste betreft zijn echter weinig stappen zo hard als de vijfde. Maar tevens is praktisch geen enkele stap zo nodig om nuchterheid en vrede te verwerven.
De ondervinding van AA leerde ons dat wij niet alléén kunnen leven met onze drukkende problemen en met de karakterfouten, die deze problemen veroorzaakten of verzwaarden.
Indien wij het zoeklicht van de Vierde Stap tastend over ons leven hebben laten schijnen, en er zaken aan het licht kwamen waaraan we liever niet herinnerd werden, indien we zijn gaan inzien hoe diep ons verkeerd denken en handelen onszelf en anderen heeft gekwetst dan wordt de nood om het verleden en de eenzaamheid te ontvluchten groter dan ooit. Wij moeten er met iemand over kunnen spreken.
Onze weerzin en angst om dat te doen zijn echter zo intens dat vele AA'ers, alleszins in het begin, de Vijfde Stap proberen te ontwijken. Wij zoeken naar een gemakkelijker manier, die gewoonlijk bestaat in de vage en vrijwel pijnloze bekentenis 'dat wij soms slechte acteurs waren wanneer wij dronken.' Om de maat vol te maken, hangen wij dan nog een dramatisch beeld op van dat gedeelte van ons dronkemansgedrag dat onze vrienden waarschijnlijk toch kennen.
Over de zaken, die ons werkelijk zorgen baren, vertellen wij echter niets. Sommige vernederende en sombere herinneringen, zo redeneren wij, dienen wij toch niet aan ieders neus te hangen. Die blijven ons geheim! Niemand hoeft ze ooit te kennen. Wij hopen ze mee in het graf te nemen.
Wanneer echter de ondervinding van AA iets te betekenen heeft, mogen wij zeggen dat dit niet alleen een onverstandig, maar tevens een gevaarlijk besluit is. Zelden heeft een verkeerde houding ons meer moeilijkheden op de hals gehaald dan ons tegenstribbelen bij de Vijfde Stap. Sommige mensen zijn niet in staat om nuchter te blijven; anderen zullen periodiek schuiven totdat ze werkelijk eens grote schoonmaak hebben gehouden. Zelfs 'oudgedienden' in AA, die al jaren nuchter zijn, boeten dikwijls zwaar omdat zij het met deze stap niet zo nauw nemen. Zij zullen u vertellen hoe zij getracht hebben die last alleen te dragen; hoe zij leden aan lichtgeraaktheid, angst, wroeging en neerslachtigheid en hoe zij, onbewust naar bevrijding zoekend, soms hun beste vrienden de karakterfouten aanwreven, die zij zelf trachten te verbergen. Zij kwamen steeds opnieuw tot de conclusie dat zij zich nooit bevrijd voelden wanneer zij de fouten van andere mensen kwamen biechten. Ieder moest zijn eigen gebreken toegeven.
Het gebruik om zijn fouten aan een ander mens te bekennen is natuurlijk al heel oud; van alle eeuwen, mag men wel zeggen, en het karakteriseert het leven van alle werkelijk godsdienstige volkeren. Vandaag staat de godsdienst echter niet meer alleen om dit heilzaam principe te verdedigen. Psychiaters en psychologen vestigen de aandacht op de diepe nood van elk menselijk wezen aan praktisch inzicht en kennis van zijn eigen persoonlijkheid, en op de noodzaak om hierover met een begrijpend en betrouwenswaardig persoon te praten. Voor wat alcoholisten betreft zou AA zelfs verder willen gaan. De meesten van ons verklaren dat zij niet zouden nuchter gebleven zijn zonder een onbevreesde bekentenis van hun fouten aan een ander mens. Het is duidelijk dat Gods genade niet zal tussenkomen om ons van onze destructieve obsessies te verlossen, tenzij wij dit eerst willen proberen.
Wat mogen wij vermoedelijk van de Vijfde Stap verwachten? Eerst en vooral zullen wij ons verlost voelen van dat vreselijke gevoel van eenzaamheid dat praktisch elke alcoholist martelt. Zelfs voor ons drinken erger werd en de mensen met ons gebroken hadden, voelden de meesten van ons dat zij niet bij de anderen pasten. Ofwel waren wij schuchter en durfden niet meedoen; ofwel waren wij geneigd de luidruchtige goede kerel uit te hangen, met dat stil verlangen naar vriendschap naar vriendschap en aandacht dat nooit in vervulling ging, tenminste niet zoals wij het verwachtten. Steeds was er die geheimzinnige slagboom tussen ons, waar wij niet overheen raakten en waarvan wij ook niets begrepen. Wij waren lijk een toneelspeler, die op de planken plots ontdekt dat hij geen woord van zijn rol meer kent. Dat is één van de redenen waarom we wat al te veel van de drank hielden. Hij deed ons spontaan acteren. Maar zelfs Bacchus liet ons in de steek en tenslotte bleven wij verslagen achter in een angstaanjagende eenzaamheid.
Toen wij in AA belandden en voor het eerst in ons leven tussen mensen stonden die ons leken te begrijpen, was het gevoel, ergens thuis te horen, enorm opwindend. Wij dachten dat ons probleem van afzondering opgelost was. Toch ontdekten we spoedig dat, hoewel wij sociaal gezien niet meer alleen waren, wij nochtans nog steeds leden onder die oude angst voor afzondering. Wij voelden ons niet volledig thuis, totdat wij met volledige openheid over onze conflicten hadden gesproken en naar anderen hadden geluisterd, die hetzelfde deden. De Vijfde Stap was het antwoord, het begin van een echte verwantschap met mens en God.
Deze belangrijke stap, gaf ons ook het gevoel dat wij vergiffenis konden bekomen, om het even wat wij hadden gedacht of gedaan. Het was trouwens meestal in de periode, toen wij met de hulp van onze sponsor en geestelijk adviseur aan deze stap werkten, dat wij ons in staat voelden ook aan anderen te vergeven, hoe verkeerd die zich tegenover ons ook gedragen hadden. Onze morele inventaris had ons overtuigd dat wij zouden moeten vergeven en vergiffenis vragen, maar het was pas toen wij resoluut de Vijfde Stap aanpakten dat wij in ons diepste binnenste wisten dat wij bekwaam waren om vergiffenis te krijgen en ook te schenken.
Nog een groot winstpunt dat wij mogen verwachten, wanneer wij onze fouten aan een ander mens toevertrouwen, is de nederigheid; een woord dat dikwijls verkeerd verstaan wordt. Voor hen, die al wat verder staan in AA betekent dit de eerlijke erkenning van wie en wat we werkelijk zijn; met een eerlijke poging om te worden zoals we zouden kunnen zijn. Daarom bestaat onze eerste praktische stap naar die nederigheid er in, onze tekortkomingen te erkennen. Geen enkel gebrek kan verbeterd worden zolang wij niet duidelijk zien wat het is. Het is echter niet genoeg van te zien. De objectieve kijk op onszelf uit de Vierde Stap was tenslotte niet meer dan een vaststelling. Ieder van ons zag bijvoorbeeld dat het ons ontbrak aan eerlijkheid en verdraagzaamheid; dat wij soms leden aan zelfmedelijden of waanideeën van persoonlijke grootheid, maar hoewel dit een vernederende ervaring is, betekent het niet dat wij nu werkelijk nederig waren geworden. Hoewel wij onze fouten erkenden, bleven zij nog bestaan. Er moet iets aan gedaan worden en wij ondervonden vlug dat wij ze niet alleen konden wegwensen of wegwillen.
Meer realisme en daardoor meer eerlijkheid tegenover ons eigen persoontje zijn de grote winstpunten, die wij onder invloed van de Vijfde Stap boeken. Toen wij onze balans opmaakten, begonnen wij te vermoeden hoeveel moeilijkheden de zelfmisleiding ons had bezorgd. Dat bracht ons op een onaangename gedachte: 'Wanneer wij zo ons hele leven onszelf voor de gek hadden gehouden, hoe konden wij er dan nu zo zeker van zijn dat wij weer onszelf niets aan het wijsmaken waren? Hoe konden wij ooit zeker zijn dat wij een juiste inventaris van onze gebreken hadden opgemaakt en dat wij ze hadden bekend zoals ze waren, ook tegenover onszelf?' Daar wij nog steeds geplaagd werden door angst, zelfmedelijden en gekwetste ijdelheid, was het ons misschien helemaal niet mogelijk een juist en eerlijk beeld van onszelf te vormen. Te veel schuldgevoelens of wroeging deden ons misschien onze fouten dramatiseren of overdrijven. Ofwel trokken woede of gekwetste trots een rookgordijn op, waarachter wij sommige van onze gebreken verborgen hielden, terwijl wij er anderen misschien voor verantwoordelijk stelden.
Misschien werden wij ook gehandicapt door de vele grote en kleine gebreken in ons, waarvan wij nooit het bestaan hadden vermoed.
Daaruit volgt dat onze eigen beoordeling van onze fouten niet voldoende was en ook niet het bekennen van onze fouten op die basis. Wij moesten hulp van buitenaf hebben, wilden wij zeker zijn dat wij eerlijk over onszelf oordeelden: de hulp van God en van een ander mens. Alleen door over onszelf te praten , door niets achter te houden en door raad te willen aanvaarden en op te volgen, bereikten wij de weg die ons tot eerlijk denken en tot werkelijke oprechtheid en echte nederigheid brengt.
Velen van ons stribbelden nog tegen. Zij zegden: "Waarom kan God, zoals wij Hem zien, ons niet zeggen waar wij verkeerd zijn? Wanneer de Schepper ons eens het leven gaf, dan moet Hij toch tot in de kleinste bijzonderheden weten waar wij er sedertdien hebben naast gereden. Waarom niet alles rechtstreeks aan Hem bekennen? Waarom er nog iemand anders bijhalen?"
In dat stadium zijn de moeilijkheden, om ons rechtstreeks tot God te wenden, tweevoudig. Hoewel wij ons aanvankelijk realiseren dat God alles over ons weet, worden wij vlug aan die gedachte gewoon. Alleen met God lijkt in elk geval niet zo vervelend als wanneer wij tegenover een ander mens staan. Onze bereidwilligheid om schoon schip te maken zal grotendeels theorie blijven wanneer wij niet luidop durven uitspreken wat wij zo lang verborgen hebben gehouden. Zijn wij eerlijk tegenover een ander mens, dan zijn wij ook eerlijk tegenover onszelf en tegenover God.
De tweede moeilijkheid is deze dat, wanneer wij het alleen willen proberen, ons denken vertroebeld wordt door ons redeneren en door de manier waarop wij de zaken zouden willen zien. Het voordeel van er met iemand anders over te praten is, dat wij onmiddellijk zijn commentaar en zijn raad over onze situatie te horen krijgen en over dat advies kan er in onze geest geen twijfel bestaan. In spirituele zaken alleen uw weg gaan is gevaarlijk. Hoe dikwijls hebben wij niet mensen over de leiding van God horen klagen - en zij meenden het ongetwijfeld eerlijk - terwijl het voor iedereen duidelijk was dat zij zich schromelijk vergisten. Daar het hun ontbrak aan ondervinding en aan nederigheid, leidden zij zichzelf om de tuin en konden zij de meest volslagen nonsens goedpraten door te zeggen dat God hun dit zo had ingegeven.
Het is de moeite waard er even de aandacht op te vestigen dat mensen, die op geestelijk vlak zeer ontwikkeld zijn, er bijna steeds op aandringen om de mening te kennen van hun vrienden of hun geestelijke raadsman, over de leiding die zij van God menen ontvangen te hebben.
Dan mag zeker een beginneling niet het risico willen lopen hier een domme of misschien gevaarlijke blunder te begaan. Hoewel de commentaar of de raad van anderen niet altijd onfeilbaar zijn, toch zijn ze veel concreter en zekerder dan de leiding die wij rechtstreeks krijgen, op een ogenblik dat wij nog maar weinig ondervinding hebben met het contact met de Hogere Macht.
Ons volgend probleem zal er in bestaan iemand te vinden bij wie wij ons hart kunnen uitstorten. Hier moeten wij omzichtig te werk gaan en bedenken dat de voorzichtigheid de moeder van de porseleinwinkel is. Misschien zullen wij de persoon, die wij in vertrouwen nemen, moeten spreken over feiten die niemand anders hoeft te weten. Wij zullen van hem verlangen dat hij veel ondervinding heeft; dat hij niet alleen is 'droog' gebleven, maar bovendien in staat bleek andere ernstige moeilijkheden het hoofd te bieden. Moeilijkheden lijk de onze, misschien! Deze persoon kan dan onze sponsor worden, hoewel dat niet noodzakelijk is. Stelt ge veel vertrouwen in hem, en lijken zijn temperament en zijn moeilijkheden op de uwe, dan hebt ge een goede keus gedaan. Bovendien heeft uw sponsor het voordeel dat hij reeds een en ander over uw geval weet.
Het kan echter ook zijn dat uw verhouding tot hem zo is, dat geestelijk hem slechts een deel van uw geschiedenis zoudt willen vertellen. Is dat het geval, doe dàt dan, want hoe vlugger ge er mee begint, hoe beter. Misschien kiest ge ook iemand anders om de moeilijker en meer complexe zaken aan toe te vertrouwen. Deze persoon mag volledig buiten AA staan - uw geestelijke leider of dokter bijvoorbeeld. Voor sommigen van ons kan zelfs een volledig vreemde nog het beste blijken te zijn.
De echte maatstaf hiervoor is uw eigen bereidwilligheid om u open te stellen en uw volledig vertrouwen in diegene met wie gij samen het eerste zorgvuldige zelfonderzoek wilt doen. Zelfs indien ge zo iemand gevonden hebt, vraagt het vaak nog veel wilskracht om hem of haar in vertrouwen te nemen. Niemand hoeft te zeggen dat het AA-programma geen wilskracht vergt. Dit is bijvoorbeeld een van de ogenblikken dat ge al uw moed in beide handen moet nemen. Er bestaat gelukkig een goede kans dat u een aangename verassing te wachten staat. Wanneer ge voorzichtig uitlegt waarom ge bij hem gekomen zijt en hij ontdekt dat hij u werkelijk kan helpen, zal het praten veel vlotter gaan en waarschijnlijk ook veel openhartiger. Misschien heeft de ander eerst een paar van zijn belevenissen verteld, zodat ge u nog meer op uw gemak voelt. Houdt ge niets achter, dan zult ge u minuut na minuut meer opgelucht voelen. Emoties, die jarenlang in uw binnenste gevangen zaten, komen nu te voorschijn en verdwijnen als bij mirakel zodra ze uitgesproken zijn. De pijn vermindert en er komt een helende rust voor in de plaats. En wanneer nederigheid en sereniteit zo samengaan, kan zich nog iets anders voordoen.
Menig AA'er, die vroeger vrijzinnig of atheïst was, vertelde ons dat hij, in dit stadium van de Vijfde Stap, voor het eerst werkelijk de aanwezigheid van God voelde. En zelfs zij die al in God geloven, worden zich op dat ogenblik meer dan ooit tevoren van Hem bewust.
Het gevoel van in harmonie te leven met God en met de mensen, de bevrijding uit de afzondering door onze vreselijke schuldenlast met iemand te delen, schenkt ons de rust die wij kunnen benutten om ons voor te bereiden op de volgende stap naar een volledige en zinvolle nuchterheid.