d  e     z  e  v  e  n  d  e     s  t  a  p  

... misschien gaat dit over ... nederigheid

Daar deze stap zo specifiek verband houd met de nederigheid, zullen we hier een ogenblik pauzeren om te zien wat nederigheid is en wat het beoefenen ervan voor ons kan betekenen.
Inderdaad, het basisprincipe van elk der twaalf stappen is een grote nederigheid. Zonder dat kan geen enkel alcoholist nuchter blijven. Buitendien hebben bijna alle AA'ers ondervonden dat zij maar weinig kans hebben echt gelukkig te worden indien zij niet trachten deze deugd meer te beoefenen dan strikt nodig is om alleen maar nuchter te worden. Zonder nederigheid kunnen zij geen enkel nuttig doel in hun leven nastreven, of, in geval van tegenspoed, kunnen zij het geloof niet opbrengen dat bij elke onverwachte gebeurtenis nodig is.
Nederigheid, in woord en als ideaal, maakt in de wereld van vandaag een slechte beurt. Niet alleen wordt het begrip verkeerd verstaan, enkel het woord al wekt dikwijls afkeer op. Veel mensen hebben zelfs geen idee van wat nederigheid als levenswijze betekent.
Veel van wat wij elke dag horen en een groot deel van wat wij lezen, belicht de menselijke hoogmoed in al zijn vormen.
Door hun groot verstand hebben de wetenschapsmensen de natuur gedwongen veel van haar geheimen prijs te geven. De vele middelen waarover wij nu gaan beschikken beloven zoveel materiële genoegens dat velen beginnen te geloven dat een, door mensen gemaakt, duizendjarig rijk voor de deur staat. De armoede zal verdwijnen. Er zal zulk een overvloed zijn dat iedereen al de veiligheid en persoonlijke voldoening zal hebben die hij wenst. De theorie schijnt veld te winnen dat, eens alle oerinstincten voldaan, er niets meer zal overblijven om ruzie over te maken. De wereld zal dan gelukkig worden en vrij zijn om zich te concentreren op cultuur en karaktervorming. Enkel door eigen verstand en eigen werk zullen de mensen hun eigen lot bepaald hebben.
Geen enkel alcoholist, en zeker geen lid van AA, wenst de materiële vooruitgang tegen te houden. Wij komen zelfs niet tussen in het debat met de velen, die zich passioneel vastklampen aan de gedachte dat het voldoen van onze natuurlijke wensen het hoofddoel is van het leven.
Wat wij wél zeker weten is, dat geen enkele klasse van mensen meer de boel verknoeit dan de alcoholisten die zo wensen te leven. Reeds duizenden jaren hebben wij méér dan ons deel aan veiligheid, ontzag en sentimentaliteit opgeëist. Schenen wij te lukken, dan dronken wij om nog mooier dromen te koesteren. Mislukten wij, al was het maar gedeeltelijk, dan dronken wij om te vergeten. Er was nooit genoeg van wat wij meenden nodig te hebben!
In al deze betrachtingen, hoe goed bedoeld ook, was ons gebrek aan nederigheid de handicap die ons streven verlamde. Wij konden niet inzien dat karaktervorming en geestelijke waarden op de eerste plaats moesten komen en dat materiële voldoening niet het doel van het leven was. Op een manier, die ons karakteriseert, hebben wij het doel met de middelen verward.
In plaats van de voldoening van onze materiële wensen te beschouwen als middel om te leven en te handelen als menselijke wezens, bekeken wij die voldoening als het streven en het einddoel van ons leven.
Wel vonden de meesten onder ons een goed karakter wenselijk; maar dan uitsluitend als een middel om zelfvoldaan te kunnen blijven. En met een uiterlijke schijn van eerlijkheid en moraliteit hadden wij meer kans om te bekomen wat wij wensten. Hadden wij te kiezen tussen karakter en comfort, dan ging de karaktervorming verloren in onze jacht naar wat wij als ons geluk beschouwden. Zelden bekeken wij karaktervorming als iets dat wenselijk was op zichzelf, iets waarnaar wij wilden streven, ongeacht of onze instincten daardoor werden bevredigd of niet. Wij hebben er nooit over gedacht de eerlijkheid, de verdraagzaamheid en de ware liefde voor God en de mensen als basis voor ons dagelijks leven te nemen.
Door dit gemis aan houvast aan enige blijvende waarde, door onze blindheid voor het ware doel van ons leven, bereikten wij nog een ander verkeerd resultaat. Immers, zolang wij ervan overtuigd waren dat wij op de kracht van onze eigen wil en ons eigen verstand konden leven, was het werkend geloof in een Hogere Macht onmogelijk. Zelfs indien we geloofden dat God bestond. We hadden soms een oprecht religieus geloof dat onvruchtbaar bleef omdat we nog steeds probeerden zelf voor God te spelen. Zolang wij alleen in onszelf vertrouwden was ieder vertrouwen op een Hogere Macht onmogelijk. Het voornaamste element van de nederigheid: Gods wil proberen te ontdekken en te voltrekken ontbrak. Het proces om tot een nieuw inzicht te komen was voor ons uiterst pijnlijk. Alleen door herhaalde vernederingen leerden wij uiteindelijk iets over nederigheid. Het was slechts op het einde van een lange weg, getekend door herhaalde nederlagen en vernederingen, en bij de uiteindelijke ineenstorting van onze zelfgenoegzaamheid, dat wij begonnen te voelen dat nederigheid nog iets meer was dan kruiperige wanhoop.
Aan elke nieuweling in AA wordt verteld dat het nederig aanvaarden van zijn machteloosheid tegenover de alcohol zijn eerste stap is naar de bevrijding uit de verlammende greep van de drankzucht, en hij ziet dat ook spoedig zelf in.
Zodoende zien wij nederigheid eerst als een noodzaak. Maar dat is slechts een begin.
Voor de meesten van ons vraagt het een lange, lange tijd om onze afkeer voor het begrip nederigheid kwijt te raken, en om de nederigheid te leren zien als de weg naar de volledige bevrijding van de menselijke geest. Het duurt ook lang eer wij werkelijk bereid zijn te streven naar nederigheid als iets dat wenselijk is op zichzelf. Een leven dat helemaal op zelfzucht gericht was kan niet in een, twee, drie veranderen. Elke stap in die richting stuit op verzet.
Wanneer wij dan eindelijk zonder enig voorbehoud aanvaard hebben dat wij machteloos staan tegenover de alcohol, kunnen wij een diepe zucht van verlossing slaken en zeggen: "God zij dank, dat dit voorbij is! Dat ik daar nooit meer doorheen moet." Doch dan vernemen wij, soms tot onze grote ontsteltenis, dat dit nog maar de eerste mijlpaal is op de grote baan die wij opgaan. Het is alleen uit nood en met tegenzin dat wij allereerst die karakterfouten aanpakken welke ons tot probleemdrinkers maakten; fouten, waarmee wij thans moeten afrekenen willen wij niet terug naar de alcohol gaan. Misschien zijn wij wel bereid met sommige van deze gebreken af te rekenen maar in enkele gevallen schijnt dit een onmogelijk werk waarvoor wij terugdeinzen. Aan andere gebreken klampen wij ons hartstochtelijk vast omdat wij er behagen in scheppen, hoewel zij ons evenzeer uit ons evenwicht brengen. Hoe kunnen wij, menselijk gezien, de moed en de energie opbrengen om die onweerstaanbare verlangens en neigingen kwijt te raken?
Weerom worden wij gedreven door de onvermijdelijke conclusie, die de ondervinding van AA ons geleerd heeft, dat wij heel onze wilskracht in de weegschaal moeten werpen om niet meer te struikelen.
Wanneer wij op dit punt gekomen zijn voelen wij de dwingende noodzaak aan om ditmaal "het juiste" te doen. Wij moeten kiezen tussen de pijn van het proberen en de zekere straf indien wij dat niet doen. Deze eerste stappen zetten wij met tegenzin, maar we zetten ze.
Misschien hebben we nog geen hoge dunk van de nederigheid, als iets dat wij voor onszelf verlangen, maar wij erkennen ze als een noodzaak voor ons voortbestaan.
Wanneer we sommige karakterfouten eens onder de loep nemen en er met anderen eens over spreken, om dan tot het besluit te komen dat wij die fouten wensen kwijt te raken, dan krijgt de nederigheid voor ons een veel ruimere betekenis.
Tegen die tijd zijn wij waarschijnlijk reeds in zekere mate van onze zwaarste handicaps bevrijd. Wij genieten met volle teugen van de ogenblikken van echte geestesvrede die wij nu af en toe beleven. Voor diegenen onder ons die tot nog toe alleen spanning, neerslachtigheid of angst kenden, dit is voor ons allemaal, is deze nieuw gevonden vrede een onbetaalbaar geschenk. Wij krijgen nu inderdaad iets heel nieuws. Waar de nederigheid ons vroeger opgedrongen werd, begint zij nu de voedende kracht te worden die ons tot sereniteit brengt.
Deze verbeterde opvatting over de nederigheid brengt nog een andere revolutionaire wijziging van ons inzicht teweeg. Wij ontdekken de schat van waarden die het doorprikken van onze ego's oplevert. Tot nu toe hadden wij niets anders gedaan dan gevlucht voor pijn en problemen. Wij ontvluchtten ze als de pest. Het feit van het lijden durfden wij niet onder ogen te zien. De vlucht langs de fles was dan ook voor ons steeds de oplossing. Karaktervorming door lijden kon heel goed zijn voor heiligen, maar ons kon het niet bekoren.
In AA keken wij stilletjes toe en luisterden. Wij bemerkten hoe overal, door de nederigheid, mislukkingen en miserie veranderden in onschatbare voordelen. De ene geschiedenis na de andere vertelde ons hoe door de nederigheid sterkte uit de zwakheid was gegroeid. In al deze gevallen was het lijden de toegangsprijs geweest tot een nieuw leven. Deze prijs had echter meer opgebracht dan wij verwachtten. Het gaf ons een zekere mate van nederigheid en wij ontdekten vlug dat dit de heler was voor onze pijn. Wij vreesden deze pijn niet meer zo hard en verlangden meer dan ooit naar nederigheid.
Van al hetgeen wij in die tijd over de nederigheid leerden was het merkwaardigste de verandering in onze houding tegenover God. En dit geldt zowel voor ongelovigen als voor gelovigen. Wij stapten meer en meer van de idee af dat die Hogere Macht, net zoals in het voetbal gebeurt, een prima kracht was, die wij in reserve hielden voor noodgevallen. De notitie van nog steeds ons eigen leven te willen leven, terwijl God alleen van tijd tot tijd een beetje moest komen helpen, begon te verdwijnen.
Velen onder ons, die dachten dat zij godvruchtig waren, werden wakker toen zij inzagen hoe bekrompen die houding was. Door God de eerste plaats te weigeren, hebben wij onszelf van zijn hulp beroofd. De woorden: "Uit mijzelf ben ik niets. De Vader doet het allemaal" beginnen nu een rijke en beloftevolle betekenis te krijgen.
Wij ontdekten dat wij niet moesten wachten tot wij door de slagen van het leven tot nederigheid gedwongen werden. Wij kunnen daar evengoed toe komen door vrijwillige betrachting als door eindeloos lijden.
Toen wij de nederigheid betrachtten als iets dat wij werkelijk wensten, in plaats van iets dat wij moesten hebben, kwam er een groot keerpunt in ons leven. Op dat ogenblik begonnen wij de volle draagwijdte van de Zevende Stap te begrijpen, die zegt: "Wij hebben Hem nederig gevraagd onze tekortkomingen weg te nemen."
Wanneer wij ons dan klaarmaken om deze Zevende Stap te doen, is het misschien nuttig eens na te gaan wat onze diepere doelstellingen zijn. Ieder van ons zou graag in vrede leven met zichzelf en met zijn vrienden. Wij zouden graag zeker zijn dat de genade van God voor ons kan doen wat wij uit onszelf niet kunnen. Wij ontdekten dat karaktergebreken, die gebaseerd zijn op kortzichtige of onwaardige verlangens, hinderpalen zijn op weg naar deze doelstellingen. Wij zien nu duidelijk in dat wij onredelijke eisen stelden aan onszelf, aan anderen en aan God.
Wat vooral onze fouten aanwakkerde, was onze egocentrische angst. Eerst angst iets te verliezen dat wij reeds hadden; en de angst dat wij er niet zouden in lukken iets te verkrijgen wat wij wensten. Vermits wij leefden op basis van onvoldane verlangens, verkeerden wij voortdurend in een staat van verwarring en frustratie. Daarom vond onze geest geen vrede zolang wij geen middel vonden om die verlangens te beperken. Dat er een verschil is tussen eisen of eenvoudig vragen is voor iedereen duidelijk. Met de Zevende Stap wijzigen wij zodanig onze houding dat wij, met de nederigheid als gids, uit onszelf kunnen treden, om naar anderen en naar God te gaan. De klemtoon van heel deze stap ligt op de nederigheid. Hij zegt ons duidelijk dat wij van deze nederigheid gebruik moeten maken om onze andere tekortkomingen te lijf te gaan, net zoals wij deden toen wij aanvaardden dat wij machteloos stonden tegenover de alcohol en er toe kwamen te geloven dat een Macht, groter dan de onze, ons herstel mogelijk zou maken. Wanneer een dergelijke graad van nederigheid ons in staat stelde de genade te vinden, waardoor wij van die dodelijke drankobsessie verlost werden, dan is de hoop gewettigd dat wij voor andere problemen hetzelfde resultaat kunnen bereiken.