Ons gemeenschappelijk welzijn behoort op de eerste plaats te komen; persoonlijk herstel hangt af van de eenheid in AA

1

Als nieuwkomers zeggen velen van ons tot onszelf: "Laat de verantwoordelijken van de groep zich zorgen maken over de Tradities. Ik ben enkel maar een gewoon lid. Het zijn regels hoe een groep geleid moet worden, is het niet? En iedereen vertelt me: "In AA zijn er geen regels!" Dan bekijken we het van wat dichterbij, en komen er achter dat de Tradities geen regels zijn, en ze zijn er niet enkel voor de groepsverantwoordelijken. Zij hebben een diepe betekenis voor ieder van ons, zoals dat ook het geval is voor de Twaalf Stappen. Zoals dit het geval is met de Stappen, werden de Tradities niet vooraf uitgedacht als te nemen acties tegen toekomstige problemen. De actie kwam eerst. Pioniersgroepen in AA met niets om zich op te steunen dan de methode van proberen en vergissen en opnieuw proberen, ontdekten zeer vlug: 
"Wel, op die manier lukte het niet. Maar op de andere ging het. En op deze werkt het zelfs beter!" Zowel successen als mislukkingen werden in brieven gerapporteerd aan het AA hoofdkwartier (dat later het Algemeen Dienstbureau zou worden). Daarin gingen de eerste tien jaren deze gedeelde AA ervaringen en daaruit kwamen de Twaalf Tradities. In 1946, toen in de 'lange vorm', werden ze in de A.A. Grapevine gepubliceerd. Tegen 1950 werden ze tot de huidige vorm samengebald en aanvaard op de Eerste Internationale Conventie van AA. "Onze Tradities zijn een gids naar betere manieren van leven en werken.", zegde onze medestichter Bill W. "En zij zijn er voor het overleven van de groepen zoals de Twaalf Stappen van AA er zijn voor de nuchterheid en de gemoedsrust van elk lid ... De meeste enkelingen kunnen niet herstellen tenzij in een groep. De groep moet overleven of de enkeling zal dat niet kunnen." ... 


Ons gemeenschappelijk welzijn behoort op de eerste plaats te komen; persoonlijk herstel hangt af van de eenheid in AA.

Onze broer, de luidruchtige dronkaard, is het eenvoudigste voorbeeld van deze traditie. Wanneer hij de vergadering blijft verstoren, "nodigen wij hem uit" te vertrekken, en we brengen hem terug wanneer hij in een betere conditie is om de boodschap te ontvangen.
We plaatsen het "gemeenschappelijk welzijn" op de eerste plaats. Maar dit is ook voor 'zijn' welzijn, indien hij ooit nuchter wordt, moet de groep doorgaan met functioneren en klaar staan voor hem. 

Toch is het slechts een zeldzaam aspect van het probleem. Wanneer we nuchter worden in AA, schudden we een paar stukjes van het Grote Ego af. We erkennen : "ik kan niet omgaan met alcohol en ik kan er uit mezelf niet vanaf blijven" Tot hiertoe alles goed ! Dan ontdekken we dat er nog heel wat van dat Ego in ons zit. Het kan ons ertoe leiden tot het opmaken van de inventarissen van andere leden en te roddelen over hun vermeende tekortkomingen. Het kan ons ertoe verleiden om in de vergadering bij elke discussie het hoge woord te voeren. 


Maar ja, het is een egoïstisch programma, is het niet ? Waarom zouden wij onszelf niet een beetje verwennen na alle miserie van actief alcoholisme ?
We weten allemaal dat er een goede reden is waarom we dat beter niet doen.
Dit soort egoïsme is een direct persoonlijk gevaar, het bedreigt de absolute basis van onze nuchterheid - de eenheid van onze AA groep. Want eigengerechtigde roddel kan het onderlinge vertrouwen beschadigen dat vitaal is voor elke groep. En een dwangmatige prater kan de doeltreffendheid van een discussievergadering ruïneren: "ik ben gestopt met naar die groep te gaan" Alleen Joe kan er een woord tussen krijgen"


In het prille begin van AA, zagen de eerste leden duidelijk in, dat het bewaren van de eenheid 'een zaak was van leven of dood' voor henzelf en de nog lijdende alcoholist. De eerste traditie zet dit doel uiteen, en het is het gemeenschappelijke doel van al de Twaalf Tradities. Toen AA 35 jaar bestond, werd het doel geherformuleerd in het thema van de Internationale Conventie van 1970.

Dit zijn wij aan de toekomst van AA verschuldigd :

Ons gemeenschappelijk welzijn behoort op de eerste plaats te komen;

Onze gemeenschap moet verenigd blijven

Want van de eenheid in AA hangt ons leven af.

En het leven van degenen die nog moeten komen.

Onze individuele nuchterheid hangt af van de groep. De groep is afhankelijk van ons. We leren al gauw dat we de groep kunnen schaden, wanneer wij onze individuele wensen en ambities niet in toom kunnen houden ... 

Elk van de andere elf tradities legt één specifieke manier uit om de eenheid van de Gemeenschap en de AA groep te vrijwaren. Die vroeg leden leerden al snel de op macht beluste bestuurders te herkennen als potentiële groepsvernietigers. En zo zijn er nog steeds - de leden die altijd zeker zijn dat ze altijd gelijk hebben - de leden die graag klaar staan om al de lasten van het leiderschap op zich te nemen en halsstarrig weigeren deze te delen, laat staan ze op te geven. Maar een groep heeft afgevaardigden nodig. Hoe kunnen we met dit dilemma omgaan ? De tweede traditie geeft ons hierop het antwoord.